Voor u liggen de jaarstukken 2024, bestaande uit de jaarrekening en het jaarverslag. Met dit jaarverslag leggen wij, college van burgemeester en wethouders, verantwoording af over de behaalde resultaten en de besteding van de daarbij behorende middelen. Een verslag over een jaar waarin wederom veel is gebeurd en bereikt en waarin we hebben gestaan voor vele opgaven.
Samen met onze partners binnen onze gemeente hebben we in 2024 hard gewerkt om de gemeente op diverse vlakken verder te ontwikkelen en te verbeteren. Het ontwikkelen van onze gemeente is een continu proces en daarin hebben we veel ambities. Daarbij willen we de kwaliteit van leven voor onze inwoners (brede welvaart) verder vergroten en op peil houden. Dit doen we door de uitvoering van diverse programma’s die hier aan bijdragen. Uiteraard ook met behulp van de incidentele middelen die we vanuit het rijk ontvangen in het kader van o.a. de Regiodeal, NPG en Nij Begun.
Veel opgaven die reeds voor het afgelopen jaar zijn gestart, komen steeds verder in ontwikkeling. Zo zetten we belangrijke stappen op het terrein van duurzaamheid en de energietransitie, de ontwikkeling van de Eemshaven en omgeving, de transitie van het Sociaal Domein en het programma met betrekking tot Wonen en Leefomgeving. Daarnaast zijn er ook nieuwe opgaven gestart, zoals de Regiodeal en het Programma Dienstverlening en hebben we de eerste stappen gezet in de vele projecten die voortvloeien uit de PAWOZ (Programma Aansluiting Wind op Zee) middelen.
Gezien de hoeveelheid opgaven waar we aan werken en het naderende Ravijnjaar, is dit ook een moment om te beoordelen waar we staan en welke doelen we met minder financiële middelen kunnen bereiken. Daarvoor leggen wij u straks bij de Voorjaarsnota diverse kaders voor, inclusief een pakket met maatregelen om de teruglopende rijksinkomsten op te kunnen vangen. Er ligt echter een goede basis om de komende jaren verder te bouwen. We hopen dat de ervaringen die we in dit verslag met u delen kunnen helpen bij de plannen in het laatste jaar van deze raadsperiode, maar vooral ook in de jaren daarna.
Samenvatting
De jaarstukken bestaan, conform de voorschriften, uit het jaarverslag en de jaarrekening. In het jaarverslag leggen wij verantwoording af over het gevoerde beleid en beheer in 2024. Deze verantwoording vindt per programma plaats. Daarnaast wordt in de paragrafen ingegaan op diverse (grotendeels) verplichte onderwerpen.
In de jaarrekening komt o.a. het financieel resultaat aan de orde. Daar waar nodig wordt een toelichting gegeven op de gepresenteerde posten. De wijze van presenteren sluit grotendeels aan bij de begroting 2024, zoals u die in november 2023 heeft vastgesteld.
Alvorens het resultaat te benoemen is het goed een beeld te schetsen van de verwachtingen die in de loop van 2024 met u zijn gedeeld. Ruim € 10 miljoen van dit saldo was reeds voorzien en is eerder met u besproken. De begroting 2024 is door u vastgesteld met een beperkt overschot van ruim € 1,8 miljoen. Bij de voor- en najaarsnota is dit bijgesteld tot een overschot van ruim € 2,2 miljoen.
Daarnaast heeft u onlangs besloten om per saldo ca. € 7,8 miljoen budget over te hevelen van 2024 naar 2025. Deze middelen vindt u uiteraard terug als overschot in deze rekening en wordt bij de bestemmingsvoorstellen gereserveerd voor de daaraan gekoppelde uitgaven die in 2025 nog plaatsvinden. Voor uw beeld moet de budgetoverheveling dus ook worden gecorrigeerd op het daadwerkelijke resultaat.
In onderstaande tabel ziet u samengevat de verhouding tussen het verwachte saldo na de najaarsnota, de budgetoverheveling en het daadwerkelijk en dus te verklaren resultaat:
|
In de rekening te verklaren resultaat 2024 |
Bedrag (x €1.000) |
|---|---|
|
Prognose na de Najaarsnota |
2.282 |
|
Budgetoverheveling per saldo |
7.870 |
|
Prognose na Budgetoverheveling |
10.152 |
|
Werkelijk resultaat |
13.279 |
|
Te verklaren |
3.127 |
In de onderstaande tabel hebben we de belangrijkste onderliggende oorzaken van de afwijking op het verwachte resultaat op hoofdlijnen gepresenteerd. Voor een gedetailleerde beschrijving van de verschillende voor- en nadelen verwijzen wij u naar de analyses die bij de programma’s zijn opgenomen.
In grote lijnen ziet u dat de belangrijkste voordelen bestaan uit lagere personele lasten, een hogere Algemene Uitkering op basis van de Decembercirculaire, meer leges vanuit de omgevingsvergunningen en een vergoeding voor onze personele inzet in het kader van Nij Begun.
Tegelijkertijd zien we dat er ook verschillende grotere negatieve afwijkingen zijn. Daarvan zijn het resultaat op de grondexploitaties en de herijking van de pensioenvoorziening van bestuurders het meest in het oog springend.
Het resultaat is als volgt opgebouwd:
Niet alle posten lichten we in deze inleiding toe. Een aantal grotere afwijkingen willen we er echter wel uitlichten.
Algemene Uitkering
De uitkomsten van o.a. de decembercirculaire gaven een positiever beeld dan we tot dat moment in de begroting (o.b.v. de meicirculaire) hadden voorzien. Dit heeft voornamelijk met hoeveelheidsontwikkelingen te maken. In totaal is het voordeel bijna € 0,9 miljoen.
Personeelslasten
De verklaring van het overschot op de personele lasten ligt in lijn met die van een jaar eerder. Bij de Voorjaarsnota 2024 heeft u ingestemd met diverse personele uitzettingen. Dat heeft geleid tot een toename van het aantal openstaande vacatures. Door de gespannen situatie op de arbeidsmarkt is het moeilijk op korte termijn voor de vele vacatures een geschikte invulling te vinden. Als gevolg daarvan is de onderuitputting op onze vacatureruimte ook veel hoger uitgevallen dan verwacht. Dit is de belangrijkste oorzaak van het overschot op de personele lasten. Normaliter zou dit saldo worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve ‘Frictie Personeelskosten. Het saldo van deze bestemmingsreserve zit echter reeds op het door u vastgestelde plafond in de ‘Nota reserves & Voorzieningen’ van € 2,5 miljoen. Het overschot van ruim € 1 miljoen valt daarom vrij ten gunste van het resultaat.
Vergoeding inzet Nij Begun
Voor onze gemeentelijke inzet in het kader van het herstelprogramma Nij Begun hebben we aan het einde van 2024 een vergoeding gekregen van het rijk van ruim € 1 miljoen. Aangezien we in de begroting nog geen rekening hadden gehouden met deze vergoeding, leidt dit tot een overschot in de rekening 2024.
Vrijval diverse stelposten
In de begroting nemen we vanuit het voorzichtigheidsprincipe diverse stelposten op. Onder andere voor loon- en prijsontwikkelingen en onderuitputting BCF (BTW compensatiefonds). De stelposten kunnen voor het deel dat ze niet zijn ingezet bij de rekening vrijvallen.
Omgevingsvergunningen
De laatste jaren zien we vaak een overschrijding van onze ramingen in het kader van de omgevingsvergunningen. Vaak is dit het gevolg van een aantal incidentele grote objecten die leiden tot forsere hogere legesinkomsten. Hoewel de inkomsten vanwege de ingevoerde omgevingswet voor 2024 en verder een onzekere factor waren, zien we ook in 2024 weer een forse meeropbrengst. Dit heeft een positief effect op het rekeningsaldo van ruim € 900.000. Wij hebben dit element overigens ook betrokken bij het maatregelenpakket, dat wordt opgenomen bij de Voorjaarsnota 2025.
Vrijval wachtgeldvoorziening bestuurders en ambtenaren
Elk jaar worden de voorzieningen voor de wachtgeldverplichtingen van onze (voormalige) bestuurders en ambtenaren op basis van een actuariële berekening herijkt. Op basis van deze actualisatie kunnen beide voorzieningen naar beneden worden bijgesteld.
SPUK Sport
Om gemeenten te ondersteunen bij het creëren van optimale sportomgevingen en het aanmoedigen van sportparticipatie binnen de samenleving, is een tijdelijke regeling SPUK sport in het leven geroepen. Daarmee kunnen gemeenten een vergoeding krijgen voor BTW op investeringen in sport die niet compensabel zijn. De regeling kent een looptijd van 2 jaar (2024/2025). Omdat deze investeringen, gezien het tijdelijke karakter van de regeling, inclusief BTW worden geraamd, geeft dit een voordeel in de rekening.
In de diverse sportinvesteringen is echter veelal rekening gehouden met een compensatie op het BTW effect gevolg van deze stimuleringsregeling. In sommige gevallen betreft dit ook sportbedrijven. Omdat de afrekening van deze SPUK over 2024 pas in 2026 plaatsvindt, stellen we voor deze middelen vooralsnog te bestemmen voor een te vormen reserve SPUK Sport. Zo kunnen we wanneer de afrekening heeft plaatsgevonden ook met instellingen afrekenen of de middelen ten gunste laten komen aan de betrokken investeringskredieten voor sport, wanneer ze nog niet zijn afgesloten.
Energielasten
Ten tijde van de op te stellen begroting 2024 waren de vooruitzichten op de energieprijzen zeer ongunstig. De begroting is op dit punt dan ook behoorlijk naar boven bijgesteld. Het betreft hier met name de energielasten voor onze gemeentelijke panden en de Openbare Verlichting. De prijzen zijn echter iets minder gestegen dan we op voorhand hadden verwacht. De energiemarkt blijft op dit moment dan ook moeilijk te voorspellen.
Vrijval BTW voormalige gemeenten
De afgelopen jaren zijn de BTW posities van de voormalige gemeenten met de belastingdienst afgewikkeld. In verband met de BTW positie van de voormalige gemeente Winsum was er voorzichtigheidshalve een balanspost opgenomen voor het geval de vordering niet kon worden gerealiseerd. Inmiddels is alles afgewikkeld en kan de balanspost vrijvallen.
BUIG
Op de producten voor inkomensvoorzieningen zien we een voordelig saldo ten opzichte van de begroting van ca. € 375.000. Op een budget van ruim € 18 miljoen een relatief beperkte afwijking, waarvan de oorzaak niet scherp te duiden is. De economische situatie en ons gevoerde beleid zullen van invloed zijn geweest.
Minimabeleid
Het budget voor perspectiefgesprekken is niet besteed door gebrek aan capaciteit. In 2024 is iets minder uitgegeven aan subsidiepartners en kledingpassen dan geraamd en er is geen klanttevredenheidsonderzoek gedaan. Dit leidt samen tot een overschot op de begroting van € 143.000
Leerlingenvervoer
De kosten voor het leerlingenvervoer zijn lager door minder instroom van statushouders dan geraamd, minder gebruik door Oekraïense leerlingen en doordat leerlingen voor speciaal onderwijs dichter bij huis op een school konden worden geplaatst dan verwacht.
Beschermd Wonen
Het verwachte saldo van het programma Beschermd Wonen wordt door de centrumgemeente Groningen op basis van inwoneraantal verdeeld over de gemeenten. Dit wordt pas laat bekend, waardoor wij niet eerder dan bij de rekening zicht hebben op het effect voor onze begroting. Dit heeft geleid tot een overschot van € 549.000.
Wmo
We zien in het kader van de Wmo over de gehele linie wat overschotten terug. Een aantal onderdelen lichten we kort toe:
De uitgaven voor woningaanpassingen laten jaarlijks behoorlijke fluctuaties zien. Dat heeft vooral te maken met het feit dat enkele grote woningaanpassingen een grote invloed op het beschikbare budget kunnen hebben. We zien dat de uitgaven voor woningaanpassingen in 2024 ca. € 175.000 lager zijn uitgevallen dat we hadden begroot.
Ook voor het onderdeel begeleiding is een overschot te zien van € 136.000, doordat de inschatting van het volume-effect bij de Najaarsnota voor de verleende zorg in natura iets te hoog is ingeschat. Ook de volumeontwikkeling voor de PGB’s (Dagbesteding) valt lager uit dan begroot. Er is hier rekening gehouden met een te hoog volume als gevolg van de verwevenheid met de PGB’s voor beschermd wonen. Deze maken ook onderdeel uit van de opgaven van de SVB, maar zitten budgetneutraal in de begroting.
Hetzelfde geldt voor de Huishoudelijke Hulp en de verstrekte hulpmiddelen. Het bij de Najaarsnota ingeschatte volume-effect blijkt ook hier iets te hoog te zijn geweest. Dit is mede het gevolg van een stopgezet contract en een lagere personele bezetting in de zomer.
Actualisatie pensioenvoorziening bestuurders
Jaarlijks moet onze pensioenvoorziening voor voormalige bestuurders worden herijkt op basis van een actuariële berekening. Belangrijke factoren in deze berekening zijn de renteontwikkelingen en de levensverwachtingen. Dat leidt in deze rekening tot een aanvullende storting van bijna € 1,6 miljoen.
Voorzieningen verlof
Sinds 2022 zijn wij verplicht voor zowel de deelnemers aan de regeling voor verlofsparen, als voor de bestaande verlofstuwmeren een voorziening te vormen. Jaarlijks beoordelen we of de voorziening van voldoende niveau is, of dat er moet worden bijgestort, of dat er een deel kan vrijvallen. Deze beoordeling heeft geleid tot een extra dotatie van ca. € 330.000.
Voorziening grondexploitaties
Onlangs heeft u de actualisatie van de grondexploitaties in uw raad besproken. U heeft daar kunnen zien dat er voor diverse exploitaties een verlies wordt voorzien. Zoals de regels voorschrijven moet hier een voorziening voor worden getroffen. In totaal gaat het om een bedrag van ca. € 1,2 miljoen.
Verrekening voorgaande jaren
In 2024 zijn diverse suppleties over de afgelopen jaren met de belastingdienst afgewikkeld. Uiteraard kunnen deze niet meer in het lopende boekjaar op een functionele post worden afgewikkeld. Daarom doen we dat via de post ‘Verrekening voorgaande boekjaren’. Per saldo geeft dit een nadeel van ca. € 439.000.
Jeugdzorg
In tegenstelling tot eerdere jaren hebben we bij de Najaarsnota de taakstelling op de Jeugdzorg nog niet afgevoerd. Wel zijn de extra ontvangen middelen i.v.m. de niet doorgevoerde maatregelen van het rijk, op de taakstelling in mindering gebracht. Daarmee resteerde er een taakstelling van € 257.000 voor 2024. Ten opzichte van het bijgestelde budget zien we een tekort van ca. € 496.000. Ruim de helft daarvan kan dus verklaard worden uit de resterende taakstelling.
Het resterende deel van de overschrijding wordt veroorzaakt door een forse verhoging van de tarieven voor Kleinschalige woonvoorzieningen en een toename van vervoerskosten, door inzet van het personenvervoer, anders dan georganiseerd door zorgaanbieders.
Personeelskosten doelgroepen
De overige personeelskosten van de doelgroepen vallen hoger uit dan verwacht. Dit heeft vnl. te maken met de invulling van een aantal ambtelijke functies vanuit de WSW doelgroep en de loonindexering. De ambtelijke functies worden gedekt uit de gemeentelijke personeelsbegroting en de hogere kosten i.v.m. de indexering worden gedekt door een verhoging van de Algemene Uitkering. In de Meicirculaire hebben we voor dit doel aanvullende middelen ontvangen.
Voor een gedetailleerde beschrijving van de verschillen tussen de realisaties en de begroting en een inhoudelijk verslag van hetgeen in 2024 is bereikt en is uitgevoerd, verwijzen wij u naar de verschillende programmaverantwoordingen in het jaarverslag.
Overige aandachtspunten
Naast de hierboven beschreven verklaringen van de verschillen zijn er ook een aantal onderwerpen die per saldo geen verschil veroorzaken in het rekeningresultaat, maar die wij op deze plek wel graag willen benoemen.
Opvang Oekraïners
Op basis van de normvergoeding voor de opvang van Oekraïners hebben wij bijna € 4,1 miljoen ontvangen. Dat is ongeveer hetgeen wij ook hadden opgenomen in de begroting. De werkelijke kosten voor de opvang van Oekraïners zijn in 2024 bijna € 2,6 miljoen lager geweest dan de normvergoeding die hiervoor is ontvangen. Bij de Voorjaarsnota 2024 werd dit overschot ingeschat op € 1,5 miljoen. De gemiddelde huisvestingskosten zijn voor onze gemeente lager uitgevallen, omdat de vluchtelingen tijdelijk geplaatst zijn in woningbouw woningen die binnenkort gesloopt worden.
Rekening houdend met de overhead resteert er een overschot van bijna € 2,3 miljoen. Wij hebben de niet bestede middelen gedoteerd aan de reserve voor de opvang van vluchtelingen. Dit overschot valt derhalve ca. € 0,8 miljoen hoger uit dan geraamd. Dit overschot ziet u door de storting in de bestemmingsreserve uiteraard niet terug in het gepresenteerde resultaat.
Bestemmingsreserve Sociaal Domein
In de vorig jaar door u vastgestelde nota Reserves en Voorzieningen hebben we opgenomen dat overschotten op de begroting van het Sociaal Domein middels eventuele resultaatsbestemmingen kunnen worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve Sociaal Domein. Hier is in de nota echter een plafond aan gekoppeld van 5% van de totale omvang van het begrotingsprogramma Sociaal Domein. Dat is ca. € 5 miljoen. Aangezien het saldo van de reserve ultimo 2024 ca. € 6 miljoen bedraagt, is er conform de nota geen ruimte om extra middelen te doteren. De overschotten op de BUIG en de Wmo vallen derhalve ook vrij ten gunste van het rekeningresultaat.
Personele inzet Nij Begun
In de zomer van 2024 is in overleg met het Rijk gestart met het opstellen van de uitgangspunten voor de financierings-systematiek ter bekostiging van de extra benodigde inzet ten gevolge van Nij Begun. Hiervoor is door betrokken overheden informatie aangeleverd over de additionele werkzaamheden die door hen worden uitgevoerd rond Nij Begun. Op basis daarvan zijn gesprekken gevoerd met alle betrokken overheden en vervolgens zijn de uitgangspunten vertaald in een concept-systematiek. Dit is besproken in de begeleidingsgroep Financiën Nij Begun, waar de betrokken overheden zitting in hebben. Samengevat is de systematiek opgebouwd uit drie componenten:
1. Vaste voet: dekking van de basiswerkzaamheden die elke overheid additioneel uitvoert rond Nij Begun;
2. Variabele voet: dekking van de additionele werkzaamheden die afhankelijk zijn van de grootte van een overheid;
3. Regionale taken: dekking van additionele, specifieke werkzaamheden die alleen sommige overheden maken omdat zij werk doen voor de gehele regio.
Concreet betekent dit voor onze gemeente dat we voor de personele inzet in het kader van Nij Begun in het afgelopen jaar ruim € 1 miljoen ontvangen hebben. Hieruit kunnen we de extra personele inzet bekostigen. Doordat dit echter pas laat in 2024 concreet geworden is konden we hier nog niet op anticiperen in de Najaarsnota 2024. Gezien het vele werk dat we ook nog voor ‘Nij Begun’ zullen moeten verzetten, verwachte we zeker in de nabije toekomst een aanspraak op deze middelen te moeten maken. Wanneer we hier concrete voorstellen voor hebben, dan komen we hier bij u op terug. Voor nu stellen we voor de middelen vrije te laten vallen in het resultaat en komt het daarmee ten gunste van de Algemene Reserve. Wanneer we bij u terug komen met concrete voorstellen, dan zal de Algemene Reserve het dekkingsvoorstel zijn.
De compensatie betreft overigens incidenteel geld, aangezien de afspraken voorlopig enkel gemaakt zijn voor de jaren 2024 en 2025. Voor de jaren daarop en ook over de systematiek van dekking worden nog gesprekken tussen Rijk en Regio gevoerd.
Bestemmingsreserve ‘Opgaven’
Als onderdeel van het maatregelenpakket kunt u in de Voorjaarsnota lezen dat wij u voorstellen om de jaarlijkse dotatie aan de bestemmingsreserve ‘Opgaven’ vrij te laten vallen vanaf 2029. Dat zou betekenen dat de beschikbare middelen in deze bestemmingsreserve en de geraamde dotatie voor de komende jaren (t/m 2028) beschikbaar zijn voor de incidentele dekking van de diverse opgaven. U weet ook dat er diverse opgaven zijn, die nu nog niet in geld zijn vertaald, maar die nog wel een beslag op incidentele middelen gaan leggen.
In het voorstel omtrent de vrijval van de genoemde dotatie stellen wij u tevens voor op basis van het rekeningresultaat te beoordelen welke ruimte er is om vanuit dit resultaat een incidentele storting aan de bestemmingsreserve opgaven te doen. Dit uiteraard ook in relatie tot de verwachte benodigde middelen. Vooruitlopend op deze lijn willen we dit nu ook betrekken bij de resultaatsbestemmingen.
Zoals u weet is de geplande dotatie in de begroting voor 2025 incidenteel verlaagd van € 3 miljoen naar 1,2 miljoen. Gezien de aanvullende claims in deze nota, zoals de claims voor verder gaande digitalisering van onze werkprocessen en dienstverlening en de eerder doorgevoerde verlaging van de dotatie in 2025, stellen wij u voor om bij de bestemming van het resultaat van deze rekening, € 2 miljoen te bestemmen voor deze bestemmingsreserve.
SPUK Sport
U hebt in deze inleiding reeds kunnen lezen over de incidentele middelen in het kader van de Specifieke Uitkering Sport. Om na de afrekening in 2026 de definitieve middelen indien nodig te kunnen toerekenen aan de diverse investeringen, stellen we u voor deze middelen te reserveren in een hiervoor te vormen reserve ‘SPUK Sport’.
Resultaatsbestemmingen
In de besluitpunten van deze rekening vindt u diverse resultaatsbestemmingen terug. Een aantal resultaatsbestemmingen hangen samen met ontvangen rijksmiddelen die we voor bepaalde doelen hebben ontvangen en die we daar ook graag voor in willen zetten. Deze zijn reeds in deze samenvatting benoemd. De voorgestelde resultaatsbestemmingen betreffen:
• Reeds besloten budgetoverheveling;
• Bestemmingsreserve Opgaven;
• SPUK Sport
Inzet resterend saldo
Na aftrek van de voorgestelde resultaatsbestemmingen en de budgetoverheveling resteert er nog een saldo van ruim € 2,9 miljoen. Gezien de grote opgave die met Ravijnjaar voor ons ligt, is het goed mogelijk dat we specifieke ‘investeringen’ of knelpunten met incidentele middelen moeten oplossen. Denk daarbij aan de uitvoering van het ‘Maatregelenpakket’ dat we bij de voorjaarsnota aan u voorleggen en de werkzaamheden in het kader van Nij Begun. Een goed weerstandsvermogen is daarvoor noodzaak. Wij stellen daarom voor het restant vrij te laten vallen en toe te voegen aan de Algemene Reserve.
Weerstandsvermogen
Naast de beschreven lijn van het rekening resultaat is uiteraard onze financiële positie van groot belang. Cruciaal in dit beeld is ons weerstandsvermogen. Bij de begroting 2025 meldden wij u reeds de positieve ontwikkelingen in ons weerstandsvermogen. Deze ontwikkeling zet zich vooralsnog door.
Tijdens het proces van het opstellen van de jaarstukken is het weerstandsvermogen weer onderworpen aan een herijking. Het weerstandsvermogen is immers geen statisch geheel. De risico’s veranderen in de loop van de tijd, maar ook de stand van de Algemene Reserve is aan verandering onderhevig, als gevolg van de verschillende ontwikkelingen.
In de voorliggende stukken zien wij dat het benodigde weerstandsvermogen, als gevolg van de herijking van de risico’s, is gestegen naar € 9,95 miljoen in deze jaarstukken. Voor wat betreft onze beschikbare weerstandscapaciteit zien we dat deze uitkomt op bijna € 31,2 miljoen. Hierbij hebben we het rekeningresultaat over 2024 nog niet meegerekend. We blijven zodoende ruimschoots boven de minimale ratio voor het weerstandsvermogen dat is gesteld op 1.
Wij stellen u voor:
1. Het jaarverslag en de jaarrekening 2024 met een positief resultaat van € 13.278.748 vast te stellen;
2. Een bedrag van € 7.870.338 te bestemmen voor nog uit te voeren werkzaamheden in 2025, conform uw besluit van 14 mei 2025;
3. Een bedrag van € 2.000.000 te bestemmen voor de reserve ‘Opgaven’;
4. Een bedrag van € 473.000 te reserveren voor een nog te vormen reserve ‘SPUK Sport’;
5. Om het saldo van de punten 1 minus 2 tot en met 4 ad € 2.935.410 toe te voegen aan de Algemene Reserve.