Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2025 definitief

Risico's per programma

VTH

RO-breed is en blijft het vinden van voldoende gekwalificeerd personeel een uitdaging.

Riolering en klimaatverandering

De afgelopen tien jaar zijn kennis en bewustzijn over klimaatverandering sterk toegenomen. Het inzicht in de ontwikkeling van temperatuur en neerslagpatronen is sterk toegenomen. Door middel van een risicodialoog en -analyse worden er maatregelen ontwikkeld die het water- en rioleringssysteem voldoende robuust moeten maken in de komende decennia. Daarvoor is samenwerking in de waterketen noodzakelijk. Dat betekent verder kijken dan alleen de eigen gemeentelijke organisatie. Het risico van kwetsbaarheid, kennisverlies en kosten kan daarmee worden verkleind.

Afval

Om de doelstelling van het verminderen van de hoeveelheid restafval te bereiken is het afgelopen jaar verder geïnvesteerd in uitbreiding van het diftar systeem. Tevens heeft een heroriëntatie plaatsgevonden op de haalbaarheid van de doelstelling van 30 KG per inwoner en of deze (binnen de gestelde periode) realistisch is. Het risico dat de hoeveelheid zwerfafval toeneemt is aanwezig wanneer de tarieven te hoog worden. Ten gevolge van de diftar paradox is het echter onvermijdelijk dat de tarieven (per kilo) steeds hoger worden om te kunnen komen tot een kostendekkende afvalbegroting.

Duurzaamheid

Het risico is dat we onvoldoende maatregelen nemen die ons, op lange termijn, een gezonde en welvarende leefomgeving garanderen. Dit zal ten koste gaan van de brede welvaart van volgende generaties. Vanuit het Rijk hebben we financiële middelen ontvangen om extra personele inzet in te zetten om de klimaatambities te verwezenlijken. Risico hiervan is dat we ons teveel enkel op de besteding van deze middelen richten, zonder het uiteindelijke doel te bereiken. De CDOKE gelden richten zich namelijk op de reductie van CO2 en de eveneens noodzakelijke grondstoffentransitie lijkt hierbij wat onderbelicht. Inmiddels komen hierover ook rapporten uit van de SER waarin dit onder de aandacht gebracht wordt.

Omgevingswet

De uitvoering van de Omgevingswet vraagt ook na de invoering nog veel personele inzet. Het is moeilijk in te schatten hoe de legesinkomsten zich na de komst van de omgevingswet zullen ontwikkelen. Er vervalt als gevolg van de invoering van de Wet Kwaliteitsborging een deel van de vergunningplichten en de bijbehorende leges. Getracht is dit op te vangen binnen de nieuwe legesverordening '24. Of dit lukt zal later dit jaar duidelijk worden. We zullen hier periodiek goed op monitoren om indien nodig tijdig bij te kunnen sturen. Voor 2025 hebben we vooralsnog de bestaande raming gehandhaafd. Tot slot heeft ook onze verbonden partij voor de milieuregelgeving de nieuwe wetgeving te implementeren. Zij kampen net als wij met problemen aangaande de personele capaciteit en kwaliteit als gevolg van de krappe arbeidsmarkt.

Ruimtelijke ontwikkelingen

Er ontstaat druk op de beschikbare ruimte. Niet alles is tezamen of in combinatie mogelijk. Planontwikkeling en regie houden in de Oostpolder is een uitdaging, hiervoor is inmiddels het programma Eemshaven+ van start gegaan. Doel is om op een integrale wijze de groei van de Eemshaven/Oostpolder te faciliteren en hierbij gebieds-/dorpsgericht te werk te gaan.

Risico's bedrijfsvoering

De eigen personele capaciteit, maar ook een te geringe capaciteit in de markt (ingenieursbureaus) op veel beleidsterreinen is een probleem. Het is erg moeilijk om alles wat wordt gevraagd te leveren. Daarbij zien we ook dat het moeilijk is om goed gekwalificeerd personeel te vinden.

Beheersmaatregelen

Op basis van een capaciteitsbehoefte inschatting in de jaarplannen hebben we een prioritering van activiteiten gemaakt, waarbij tevens inzichtelijk wordt welke activiteiten niet uitgevoerd kunnen worden. Dit houdt in dat er taken blijven liggen. Waar mogelijk wordt ingezet op het combineren van taken om doelstellingen te bereiken. De personele capaciteit en het ambitieniveau moeten met elkaar in evenwicht worden gebracht. Daarnaast het opstellen van een risicoparagraaf ten aanzien van de kwaliteit van het areaal met de financiële gevolgen en hierop volgend het benodigde budget voor het gekozen kwaliteitsniveau.