Risico’s beleid
Er zijn in het kader van de beheerplannen extra middelen beschikbaar gesteld. Door prijsstijgingen staan de beschikbare budgetten nog steeds onder druk. Dat heeft gevolgen voor het onderhoudsniveau van wegen, civiele constructies en openbare verlichting. We hebben inmiddels voldoende fianciële middelen opgenomen in begroting, echter is er op onderdelen nog wel sprake van achterstanden die nog moeten worden weggewerkt.
Ten slotte is het ook mogelijk dat door een lager onderhoudsniveau kapitaalvernietiging ontstaat en activa eerder moeten worden vervangen of de onderhoudskosten verder oplopen.
Een gebrek aan middelen kan ook gevolgen hebben voor de uitvoering van de ‘Mobiliteitsvisie’ en onze ambities in Lauwersoog. Deze zullen slechts beperkt waargemaakt kunnen worden.
Openbaar vervoer: Wij zien een achteruitgang van de openbaar vervoersvoorzieningen. Dit zal betekenen dat er meer ingezet moet worden op doelgroepen vervoer.
Risico's bedrijfsvoering
De huidige prognose is dat de kwaliteit van ons te onderhouden areaal achteruit gaat in verband met uitstel van onderhoud. Als gevolg van de voortdurende forse prijsstijgingen lopen we het risico dat we het geplande onderhoud niet volledig kunnen wegzetten/inkopen binnen de huidige/toekomstige ramingen. De eigen personele capaciteit, maar ook een te geringe capaciteit in de markt (ingenieursbureaus) is op veel beleidsterreinen een probleem. Daarbij zien we ook dat het moeilijk is om goed gekwalificeerd personeel te vinden.
Ontwikkelingen
De problematiek binnen dit domein wordt steeds complexer en grootser. Dat vraagt een andere manier van samenwerken, waar we nog geen ervaring mee hebben. Denk daarbij aan andere gemeenten, waterschap en provincie.
Ten slotte: Alleen focussen op de eigen ambitie leidt tot suboptimale oplossingen. Een integrale gebiedsgerichte benadering is daarom noodzakelijk.
Beheersmaatregelen
De onderhoudsbudgetten herijken en bij de uitvoering van het onderhoudsprogramma de focus leggen op de grootste knelpunten, waarbij de kans op kapitaalvernietiging zo klein mogelijk wordt gehouden. Gewerkt wordt met een geoptimaliseerde planning op basis van tweejaarlijkse gedetailleerdere inspecties van de wegen en civiele constructies en de tussentijdse globale inspecties. De capaciteit en het ambitieniveau moeten met elkaar in evenwicht worden gebracht. Daarbij opstellen van een risicoparagraaf ten aanzien van de kwaliteit van het areaal met de financiële gevolgen.